Geloof en twijfel
1 mei 1974
lezing 221
"Gegroet, lieve, lieve vrienden. Een stroom van goddelijke zegeningen doordringt alles in je en om je heen. Jullie pad is gezegend.
In de lezing van vanavond wil ik het hebben over een speciale fase op dat pad want vroeg of laat breekt die voor iedereen aan. Veel van mijn vrienden zijn eigenlijk al op dat punt.
Na heel wat inspanning, tijd en energie geïnvesteerd te hebben, de spiraalbeweging van je innerlijk volgend, kom je uiteindelijk je belemmeringen tegen. Je vindt dát wat je remt. Je vindt dat wat negatief is. Wanneer je diep genoeg gaat en schrander genoeg kijkt, merk je ook dat wat jou werkelijk blokkeert, de som is van alles wat negatief en destructief is. Maar dat wil je niet accepteren. Je verzint allerlei andere verklaringen voor je narigheid. Een aantal van die theorieën kan enige waarde hebben. De menselijke geest heeft theorieën bedacht over ziekte, neuroses enzovoort die op zich heel juist zijn maar je toch afhouden van het onderwerp dat ik hier bespreek, namelijk dat het je negativiteit is die ziektes en neuroses creëert. Nu de mens het idee van een 'straffende godheid' verworpen heeft, heeft hij de neiging het te zoeken in het tegendeel en hangt doctrines aan die het individu van alle persoonlijke verantwoordelijkheid ontlasten. Op die manier voelt hij zich een slachtoffer.
Wanneer je je weerstand om naar jezelf te kijken hebt opgeruimd en vervolgens - zonder jezelf te rechtvaardigen, zonder te rationaliseren, zonder de zaken mooier voor te stellen - heel diep in jezelf kijkt naar wat je liever afwijst dan liefhebt, waar je liever afweert dan vertrouwt, waar je liever wegkijkt dan onder ogen ziet, waar je liever ontkent dan erkent en waar je de waarheid liever verdraait dan oprecht te zijn, daar zie je de plek waar jij verdriet en frustraties creëert. Zo is het en niet anders.
De mens weet dit al eeuwenlang, maar heeft deze kennis misbruikt en omgevormd tot een autoritair en bestraffend oordeel dat degene die oordeelt op een voetstuk zet en degenen die beoordeeld worden neerhaalt. Vooral religies hebben zich aan deze vervormingen schuldig gemaakt. Dat moest wel een tegenreactie geven om het evenwicht te herstellen. Maar iedere tegenreactie schiet eerst door naar het andere uiterste en gaat daarmee aan de waarheid voorbij. Op die manier werden alle begrippen als zonde, kwaad en persoonlijke verantwoordelijkheid voor je ongelukkig zijn ontkend. Maar nu is de mens in zijn ontwikkeling voldoende vooruit gegaan zodat hij weer kan zien dat verdraaiing van waarheid, ontkenning van liefde en negatieve intenties uiteindelijk het lijden creëren. En misschien kan hij nu dit feit eenvoudig onder ogen zien zonder een autoritaire, bestraffende vinger.
Iedere pijn is op de een of andere manier het gevolg van enige ontkenning van waarheid en ontkenning van liefde. Iedere pijn wordt in laatste instantie veroorzaakt door schending van een spirituele wet, door een fundamentele oneerlijkheid en door kwaadwilligheid op een of ander punt. Ben je eenmaal volledig hiervan doordrongen, dan kom je op een kruispunt. Velen van jullie op dit pad zijn zo langzamerhand oog in oog komen te staan met hun negatieve houdingen, met de negatieve kern, een negatief pakket dat één samenhangend geheel vormt. Misschien is het ook een reeks negativiteiten, die met elkaar in verband staan. In ieder geval is het een doorgaande kettingreactie, een echte vicieuze cirkel. Je zou kunnen beginnen met het formuleren van je 'problemen'. Maar wanneer je het over problemen hebt, houd je je feitelijk alleen bezig met de verschijningsvormen, de gevolgen van die negatieve kern in je. Wanneer je door de oppervlakkige problemen in je leven heen kijkt, vind je achter een harde, beschermende laag de houdingen, bedoelingen, gevoelens, gedachten en daden van het lagere zelf. Het is niet gemakkelijk die negatieve kern in zijn geheel te zien, met alle verbanden en kettingreacties van oorzaak en gevolg. Daar moet je vastbesloten en met overgave aan werken, daarvoor moet je absoluut eerlijk tegenover jezelf willen zijn. Maar ben je eenmaal op het kruispunt dat je de negatieve kern begrijpt, dan volgt een tweede fase, want het is niet voldoende die kern alleen te zien.
Velen van jullie hebben dit gezien en momenten ervaren, waarin zij zich volledig bewust waren van hun negativiteit, er zelfs volledig verantwoordelijkheid voor namen en het niet langer meer op de buitenwereld bleven projecteren. Je gaat je zelfbedrog kwijt raken en de negatieve waarheid daarvan onder ogen zien. Maar vreemd genoeg kun je jezelf er niet toe zetten die negativiteit echt op te geven. Dit is een fase die iedereen die een spiritueel pad tot eenmaking volgt, vroeg of laat moet tegenkomen. Uit angst dat je bepaalde misvormingen van liefde en waarheid in je niet zou willen of kunnen opgeven, moet je die ook tot op zekere hoogte zelfs niet volledig willen zien. Een deel van je zou kunnen zeggen: 'Ik weet dat ik niet kan, niet wil veranderen. Waarom zou ik ze dan willen zien? Ik kan me zelfs maar beter van den domme houden.' Dit is een karakteristieke hindernis en het is heel belangrijk hierdoor je weg niet te laten versperren.
Jullie hebben genoeg werk gedaan op het pad om deze weerstanden toe te geven, de misvattingen te onderzoeken en eraan te werken, te mediteren, je tot een nieuwe manier van zijn te verbinden, Gods innerlijke genade te vragen je te helpen veranderen. En er heeft al heel wat verandering plaatsgevonden, dat weten jullie. Een groot aantal van jullie voelt zich al zo herboren op een manier die je nooit voor mogelijk hield; zowel je innerlijk als uiterlijk leven is op veel punten een geheel nieuwe, vreugdevolle en rijke ervaring, die je wildste fantasieën te boven gaat. Waar dit het geval is, moeten bepaalde innerlijke processen hebben plaatsgevonden. Ik wil daar nu uitgebreider op ingaan, zodat jullie je meer bewust zijn van die processen en ook om díé mensen te helpen, die er nog niet in geslaagd zijn die processen door te maken. Diegenen die de negatieve kern die hun ongenoegen, hun schuld en zelfvernietiging creëert, al helemaal herkennen, maar er nog geen uitweg voor konden vinden, zullen deze lezing niet alleen als een hulp ervaren, maar zelfs noodzakelijk vinden. Zij is bedoeld om je te helpen deze speciale hindernis – van te willen veranderen - te helpen overwinnen, zoals jullie zovele hindernissen overwonnen hebben. En ik verzeker jullie, vrienden, als jullie eenmaal in het bezit zijn van alle hulpmiddelen waarvan ik het voorrecht heb ze te geven en jullie het voorrecht er gebruik van te maken, dan is elke hindernis te overwinnen. Dus ook deze.
Daarom wil ik het hebben over de juiste en verkeerde opvattingen over geloof en twijfel, over de dualiteit, die zowel geloof als twijfel kan misvormen Dit onderwerp, mits je het ten volle begrijpt, moet de volgende stap veel gemakkelijker maken voor hen die op het kruispunt zijn aangeland. Dit is belangrijk, want als verandering wordt overwogen vóór dat je de onaangename, onverkwikkelijke waarheid volledig hebt gezien, geaccepteerd en aangepakt, werkt het niet. Een dergelijke haast wijst er alleen maar op dat je de pijn van de schuld niet wilt voelen, dat je de consequenties van je negativiteit en destructiviteit niet wilt aanvaarden. Je zou wezenlijke stappen overslaan. Dus je kunt het onderwerp van de lezing alleen toepassen als je zover bent.
In deze fase van de menselijke ontwikkeling is de algemene opvatting over geloven dat geloof iets is wat je niet kunt weten en nooit zult kennen. Het betekent dat je gewoon blindelings - en sta me toe het zo te zeggen – goedgelovig en onintelligent vertrouwt, ongerijmd en gewoonlijk uit wensdenken, luiheid en onwetendheid. Daarom staat het geloof in deze op het verstand gerichte tijd in een slecht daglicht. Als het geloof werkelijk zou zijn wat het geacht wordt te zijn volgens deze opvatting, dan zou je er inderdaad goed aan doen alle geloof af te zweren. Als geloof een simpel gebrek aan onderscheidingsvermogen zou zijn, dan zou een verstandig mens terecht op zijn hoede zijn voor alles wat maar op geloof lijkt. Verstandige mensen willen immers niet onnozel of dom zijn, die willen niet in iets geloven dat niet op de werkelijkheid gebaseerd is en nooit als waarheid ervaren kan worden. Daarom blijven ze op een verstandelijk niveau waarop alles wat zogenaamd 'echt bestaat' gezien, aangeraakt en bewezen kan worden, zonder ooit een sprong in het onbekende te wagen.
Echter, er is geen ontplooiing of verandering mogelijk zonder die sprong in het onbekende. Want zoals jullie maar al te goed weten gaat groei en verandering altijd tijdelijk met angst gepaard. Die angst is van voorbijgaande aard, maar hoe kun je hem aanvaarden als je gelooft dat hij het uiteindelijk resultaat is en dat je na de sprong in het onbekende geen vaste grond onder je voeten zult vinden. Die vaste grond is werkelijkheid, maar een nieuw soort werkelijkheid, die je niet eerder kende. Maar wil je de sprong maken, dan zul je die nieuwe werkelijkheid eerst moeten overwegen vanuit een stevige, rustige positie van waaruit je kunt functioneren. Volgens de algemeen geldende opvatting houdt geloof in dat je maar blind blijft rondtasten in het donker zonder iets echt te weten of te begrijpen, in een zweverige, irreële (zogezegd realiteitsloze) toestand. Daarom is het uiterst belangrijk onderscheid te maken tussen de juiste en onjuiste opvatting van geloof.
Wat is de juiste opvatting? In feite is er een aantal opeenvolgende stappen nodig om te kunnen geloven. Elk van deze stappen is stevig verankerd in intelligentie en in de werkelijkheid. De eerste stap is: een nieuwe manier van functioneren overwegen in plaats van door te gaan met de keten van negatieve reacties die je ontdekt hebt. Stel dat je op je pad hebt uitgevonden dat je voor een aanzienlijk deel functioneert vanuit defensieve, negatieve uitgangspunten. Als je je reacties en gedragspatronen in je leven onderzoekt, merk je tot je onaangename verrassing, dat deze gedragingen onwenselijk zijn voor jezelf en voor anderen. Ze zijn destructief en snijden groei af. Dat mag je dan wel duidelijk zijn, maar je weet eigenlijk niet hoe het anders moet. Je kunt onmogelijk louter op grond van een hoogdravende theorie de enige manier van doen die je kent, opgeven. Daarom moet je helder voor ogen staan welke stadia je te wachten staan om je een nieuwe en betere levenswijze, een nieuwe en betere werkelijkheid eigen te maken, die het smalle kader van je huidige beklemmende levenswijze doorbreken.
De eerste stap is dus die nieuwe manier als mogelijkheid in overweging te nemen. Je weet nog niet wat en hoe je dat zult gaan doen, maar je neemt in overweging dat er mogelijkheden bestaan waarvan je tot dusverre nog niets weet. Als je niet je gedachten in die richting laat gaan, kun je nooit nieuwe kennis verwerven, laat staan bewust de diepere processen van je gedrag en reacties veranderen. Geen enkel nieuw idee zou in de menselijke geest kunnen opkomen als hij er geen ruimte maakte voor die mogelijkheid. Als je je geest afsluit voor nieuwe ideeën, komen ze ook niet in je op. Wil je echt gaan geloven dan zul je dus als eerste, essentiële stap ruimte moeten maken voor een tot nog toe versluierde mogelijkheid. In feite is het de eerste stap in geloof: het geloof dat er iets kan bestaan buiten je huidige blikveld. Dat is geenszins onnozel of onintelligent, integendeel. We zijn het er allemaal over eens dat het van een pijnlijk gebrék aan intelligentie, wijsheid en verbeeldingskracht getuigt om alleen dat aan te nemen wat je ziet. Dat is echt kortzichtig.
Misschien is dat nieuw voor jullie en hebben jullie nooit op die manier over geloof nagedacht. Maar ik verzeker jullie, vrienden, dat deze stap onontbeerlijk is en onlosmakelijk bij de stadia van geloof hoort. Geloof is zelf aan een ontwikkelingsproces onderhevig. Een hoog ontwikkeld, geïntegreerd persoon heeft ook de verdere stadia doorlopen. Wat ik beschreven heb, is de springplank, de eerste, fundamentele trede op de ladder. Je zegt bijvoorbeeld: 'Ik zie dat het oude patroon destructief, negatief en ongewenst is voor mijzelf en anderen (het kan niet zijn: of mijzelf of de ander, het kan alleen maar allebei zijn.) Ik weet nog niet of er een andere mogelijkheid is en als die er is, hoe die er dan uitziet. Ik voel zo'n vorm nog niet, maar misschien ís die manier er wel. Misschien ben ik echt een uitdrukking van een goddelijke werkelijkheid diep in me, al heb ik mijzelf nog niet zo ervaren. Als die goddelijke werkelijkheid bestaat, dan heeft die ook de wijsheid mij over te brengen hoe ik anders en beter kan functioneren op een bepaald gebied. Ik sta eenvoudig open voor de mogelijkheid.'
Dat is een heel reële benadering. Het is een zeer doeltreffende meditatie. En het heeft niets te maken met een blind geloof in iets wat je nooit kunt verifiëren of dat niet op de werkelijkheid gebaseerd is. Het is een eerlijke, open benadering die eenvoudig ruimte maakt voor nog niet ervaren alternatieven.
Ik heb al dikwijls in een andere samenhang vermeld dat deze houding onontbeerlijk is voor iedere serieuze wetenschapper. Toch zijn het juist wetenschappelijk denkende mensen bij wie geloof in een kwaad daglicht staat, omdat zij geloven in de onjuiste versie. Maar de werkelijke stappen die bij geloof horen en die het op zich tot een dynamische weg maken, zijn geheel en al in overeenstemming met de wetenschappelijk gedachte-verandering. Alternatieven in overweging nemen die je nog niet kent, is een eerlijke houding; het is objectief en het is nederig. De eerste sprong in het onbekende en in het nieuwe maak je met deze instelling. Dat wil niet zeggen dat je niet bang zult zijn; elke nieuwe ervaring gaat immers met angst gepaard, maar deze angst is snel en gemakkelijk te overwinnen.
Bijvoorbeeld: als je jezelf alleen veilig voelt als je negatieve oordelen geeft, als je anderen afwijst en neerhaalt, dan kun je deze eerste stap toepassen. Je kunt in overweging nemen dat het misschien ook anders kan en jezelf openstellen voor nieuwe inzichten. Dan zul je merken dat je je ook veilig kunt voelen zonder deze destructiviteit. Je zult misschien hard moeten werken om echt zelfrespect te verwerven (en met deze benadering lukt dat zeker), maar hoe hard je ook werkt, het is het altijd waard, want je betaalt die negatieve soort 'veiligheid' letterlijk met je leven. Wanneer je dit oprecht doet, wanneer je tastend geduldig afwacht wat je innerlijk je openbaart, dan zul je vinden wat je zoekt Daarvan kun je zeker zijn. De tijd komt dat je de nieuwe manier ontdekt, waarin je op een heel nieuwe wijze kunt functioneren en waarin er geen conflict meer is tussen enerzijds veiligheid en zelfrespect in de verkeerde zin (door negatief en afwijzend te zijn) en anderzijds openheid, positiviteit en liefde.
Om in die nieuwe, stevige grond – die conflictloos is - te belanden, moet je een sprong maken in een onbekende nieuwe, mogelijkheid. Het is eigenlijk al een sprong om je alleen maar in principe voor een nieuwe mogelijkheid te openen en bereid te zijn een oud en bekend gedragspatroon op te geven. Want tot op zekere hoogte heb je de schijnbare vaste grond van de oude veiligheid, die je eerder als enige mogelijkheid beschouwde al verlaten.
Voor de tweede stap in geloof maak je een grotere sprong. Met die sprong open je jezelf voor de goddelijke basis in je, zodat je je daar kunt voorzien van de kennis die je niet met je verstand kunt vinden. Ik herhaal in het kort: de eerste stap is ruimte maken voor een andere levenswijze dan de negatieve die je ontdekt hebt. Bij de tweede stap sta je je goddelijke zelf toe, je het antwoord te geven. Als je die stap oprecht zet, ontwaar je af en toe een glimp van dit goddelijke zelf in je: hoe het is, hoe het voelt, hoe het werkt. Dan vergeet je het weer en val je weer terug in de oude pseudo-veiligheid van je negativiteit. Telkens weer zul je tastend je weg terug door deze stadia moeten vinden, tot je een nog grotere sprong in moed en eerlijkheid maakt om je deze pas ontdekte werkelijkheid eigen te maken, tot een vaste thuisbasis te maken.
Dat is de derde stap in het avontuur van groei en geloof. Met die stap zeg je: 'Ja, ik heb iets nieuws ervaren, maar ik kan het nog niet vasthouden. Het is nog niet mijn eigen vaste basis. Om het mijn vaste basis te maken, geef ik me volledig over aan de grotere werkelijkheid in het universum. Ik laat de bekende veiligheidskleppen los en de vertrouwde gewoontes van mijn ego om veiligheid en bevrediging te vinden in een op zijn minst gedeeltelijk negatieve manier. Ik geef me over aan de goddelijke kracht en laat me erdoor leiden. Ik wijd mijn leven aan waarheid en liefde, omwille van waarheid en liefde'. Dat is de grote sprong; een sprong die je nog heel vaak zult moeten herhalen totdat het helemaal geen sprong meer is, en je beseft dat het alleen maar een sprong leek in de denkbeeldige scheiding van je kleine ego. Op dit punt verkeer je niet meer in het totaal onbekende, omdat je al een glimp van de werkelijkheid hebt ontwaard in de loop van de tweede stap. Als je jezelf echt onderzoekt met alle redelijkheid die je geest ter beschikking heeft, zul je merken dat je eigenlijk niet zoveel risico neemt. Als er niet zoiets als een goddelijke werkelijkheid zou bestaan, wat heb je dan te verliezen als je erop vertrouwt? Je zou niets tegenkomen dan wat je al weet. Maar als je wel zou merken dat die goddelijke werkelijkheid bestaat en dat de manifestaties ervan geen illusie zijn, dan is overgave inderdaad het enige wijze en logische wat je kunt doen. Dan zal overgave er slechts tijdelijk de schijn van hebben dat je afstand doet van je eigenheid. Al snel zul je er achter komen, dat dat wat jij beschouwde als je eigenheid, juist de meest afhankelijke en zwakste levenshouding is. Ontdek je niet telkens weer hoe afhankelijk je bent van andere mensen die net zo onwetend en worstelend door het leven gaan als jij? Maar wanneer je je overgeeft aan het goddelijke leven ga je beseffen dat hierin je ware identiteit ligt, waarin je een nieuwe veiligheid, nieuwe vreugde en genot en een nieuwe creativiteit zult vinden, zoals je die tot dusverre niet kende. Pas dan vind je echt en totaal je eigenheid, nadat je die sprong hebt gemaakt in overgave aan een groter zelf, dat waarlijk jou is, in de beste zin.
Aangezien de goddelijke werkelijkheid waarheid en liefde is, moet waarheid en liefde je devies zijn, waaraan je je met je hele wezen geeft. Wanneer je op dit punt komt, merk je dat de alternatieven eenvoudig zijn. Je niet aan waarheid en liefde als goddelijke eigenschappen overgeven, je niet aan de goddelijk wil overgeven is bijna uitsluitend gebaseerd op egoïsme en ijdelheid. Met andere woorden: wat anderen van je zullen vinden gaat vooraf aan de beschouwing van waarheid en liefde. Van het kleine onmiddellijke voordeel wordt niet afgezien omwille van waarheid en liefde. Zodoende wordt geen sprong in geloof gemaakt: dat door trouw te zijn aan de goddelijke wil, aan waarheid en liefde, er zich groter 'voordeel' op alle gebieden zal voordoen. Natuurlijk kun je niet altijd meteen resultaat zien. Daarvoor is de sprong in het onbekende nodig, omwille van waarheid en liefde, omwille van Gods wil.
Laat je hele leven, al je daden en wegen, al je doelen aan de waarheid en liefde gewijd zijn, die wezenlijke goddelijke kenmerken en uitdrukkingen zijn, zowel in je als buiten je. Dat is de grotere sprong die je op nieuwe grond terecht doet komen, op goddelijke grond. Die sprong brengt je in een nieuwe werkelijkheid, zo uitgestrekt dat het je huidige voorstellingsvermogen te boven gaat. Je kunt je niet eens voorstellen wat het betekent om zonder conflicten te leven, omdat je zo gewend bent voortdurend in conflicten te verkeren, dat je ze onbewust vanzelfsprekend vindt en niet anders kent.
Je lijdt onder zó verschrikkelijk veel conflicten wanneer je niet aan waarheid en liefde vasthoudt. Je wordt er door verscheurd, maar pas als je geleidelijk meer inzicht in jezelf krijgt, krijg je hier oog voor, al weet je eerst niet precies waar de problemen liggen en hoe je je leven zou kunnen veranderen. Bij deze geef ik jullie een sleutel. Die conflicten slokken je levenskracht op, verstikken hem. Dat hoeft niet zo te zijn als je de sprong naar waarheid en liefde maakt als uiteindelijke reden voor jouw leven.
Wanneer je dit volhardend doet, kom je bij de vierde stap, waar geloof een doorleefde realiteit wordt, waar het al een bewezen feit is, dat zo stevig in je verankerd is, dat niemand het je kan afnemen. Het verschil tussen deze toestand en de eerste geslaagde stapjes van de tweede fase bestaat erin, dat déze vluchtige ervaringen als ze je overkomen echt, heel echt zijn; maar telkens wanneer je terugvalt en deze 'toestand van genade' zoals hij vaak genoemd wordt, weer verliest, ga je weer twijfelen en denken, dat het misschien een illusie of inbeelding of toeval was. Of je denkt dat je het hele gebeuren gedroomd hebt en dat de tastbare gebeurtenissen toch wel zouden hebben plaatsgevonden. Hier komt de valse twijfel in het spel waarover we het straks zullen hebben. Maar bij de vierde stap ervaar je dat helemaal niet. Wat je verworven hebt, blijft jouw werkelijkheid. Je weet dat die echter is dan alles wat je ooit ervaren en gekend hebt. Zelfs als je tijdelijk deze goede toestand kwijtraakt en je in de spiraalbeweging weer moet terugkeren naar resten negativiteit, weet je nog steeds wat echt is en wat vals. Daarover ben je niet meer in verwarring. Je kent nu de glorie van de waarheid van God.
Deze nieuwe geopenbaarde werkelijkheid tart de nauwgezette grenzen van je beperkte verstand en daarom kan ze ook niet in een reageerbuisje gestopt worden. Toch heeft zij een veel steviger basis dan de 'bewijsbare' werkelijkheid. Als de hele wereld over de uiterlijke werkelijkheid die je ervaart het tegenovergestelde beweert, ga je er misschien aan twijfelen, maar je kunt niet langer aan de werkelijkheid van het innerlijk universum twijfelen, die je thuisbasis is geworden door je consequente overgave eraan. Wanneer je het vierde stadium bereikt hebt op deze avontuurlijke reis naar geloof, kun je nooit meer aan die werkelijkheid twijfelen. De bewijzen en ervaringen zijn echt. Alle losse eindjes krijgen een plaats, op een manier die je voorstellingsvermogen te boven gaat. Schrik niet terug voor de tijdelijke angst die de sprong in een onbekende nieuwe werkelijkheid in je opwekt. Spring, omwille van waarheid en liefde, of – zo je wilt - omwille van God. Je eigen innerlijke goddelijk zelf.
Laten we nu de keerzijde van deze tweedeling eens bekijken: namelijk de twijfel. Natuurlijk bestaat er reële en constructieve twijfel, want als je zonder twijfel zou willen leven, zou je inderdaad onnozel zijn. Dat valt weer onder de verkeerde en misvormde versie van geloof. Bovendien liggen er in deze lichtgelovigheid, dit gebrek aan terechte twijfel, heel wat negatieve aspecten besloten. Bijvoorbeeld wensdenken, de tegenzin om onprettige kanten van jezelf, van anderen of van het leven in het algemeen te accepteren en aan te pakken. Dat komt voort uit luiheid. Wanneer je niet op de juiste manier twijfelt, wil je om de verantwoordelijkheid heen om besluiten te nemen, keuzes te maken en onafhankelijk te zijn.
Wanneer je op de juiste manier twijfelt, maak je vorderingen op weg naar geloof en geloof je. Twijfel je echter op de verkeerde manier, dan creëer je een enorme breuk. Hier rijst niet alleen de vraag waaraan je twijfelt, maar ook hoe je twijfelt en waarom je twijfelt. Wat zijn je echte motieven om te twijfelen? Laten we bij wijze van voorbeeld aannemen dat je twijfelt aan het bestaan van een hogere intelligentie, van een universele, scheppende geest. Met die houding beweer je dat je twijfelt, maar eigenlijk bedoel je dat je 'weet' dat die scheppende geest niet bestaat. Wat natuurlijk niet alleen onmogelijk is, want je kunt dit niet weten, maar het is ook oneerlijk, omdat je je zeer beperkte waarnemingen voor de uiteindelijke werkelijkheid houdt. In een dergelijke bewering schuilt bovendien nóg een oneerlijkheid: het verborgen belang in zo'n geloof. Het is net zozeer persoonlijk gekleurd door wensdenken als de verkeerde vorm van geloof. Er zijn ontelbare redenen voor dit persoonlijk belang, bijvoorbeeld de angst dat je op een dag onder ogen zult moeten zien wat je nu angstvallig vermijdt. Het is een vorm van wensdenken om te geloven dat het leven ophoudt, of zonder enige zin is, want dan maakt het allemaal toch niets uit. Dus 'geloof' je in een 'niet-God' om van de consequenties verschoond te blijven.
Wanneer mensen de waarde van een spiritueel pad van zelfonderzoek ontkennen, hoewel zij misschien niet het bestaan van God ontkennen, koesteren ook zij de hoop dat een dergelijk zelfonderzoek vermeden kan worden en niet nodig is. Aan een dergelijk soort onzekerheid wordt zelden getwijfeld. Het wordt altijd gerechtvaardigd met: 'Dit is nu eenmaal mijn geloof en dat doet niet onder voor het jouwe', en men doet het voorkomen alsof men eerlijk en serieus tot die veronderstelling is gekomen.
Als je aan iets twijfelt dat je niet wenst te kennen, om welke reden dan ook, dan is je twijfel oneerlijk. Deze verkeerde vorm van twijfel heeft veel gemeen met de verkeerde vorm van geloof. Beide worden geleid door wensdenken. Het komt heel vaak voor dat diegenen die trots zijn op hun twijfel omdat zij niet lichtgelovig willen lijken in andermans ogen, nooit hun twijfels in twijfel trekken. Dus onderzoek je twijfels. Heb je belang bij een bepaalde twijfel? Wat zijn de eerlijke redenen voor je twijfel? Op welke reële overwegingen baseer je deze twijfel eigenlijk? Als je je twijfel in twijfel trekt en onderzoekt, ontdek je waardoor je je werkelijk laat leiden in dit opzicht en zo kom je nader tot geloof.
Als je eerder aan anderen twijfelt dan aan je eigen motivaties, misvormingen, meningen, subjectieve oordelen en negativiteit, dan ontken je de waarheid in jezelf. Pas wanneer je waarachtig bent, hoef je niet meer aan jezelf te twijfelen. Want die twijfel woekert achter je argwaan en twijfel die je koestert tegenover anderen. Je moet die geprojecteerde twijfel aan jezelf niet met zuivere intuïtie en waarneming verwarren, die geven een heel ander gevoel en doen je anders met mensen omgaan. Als je zogenaamd verstandige redeneringen gebruikt om je twijfels, en verdenkingen hard te maken om maar niet naar jezelf te kijken, creëer je een nog grotere splitsing tussen jou en de werkelijkheid en dus tussen jou en de waarheid. Zo fabriceer je je eigen lijden en ontevredenheid en een vaag ongemakkelijk gevoel dat je niet echt kunt plaatsen.
Welnu, dit is een typisch dualistisch beeld. Schijnbaar is er sprake van twee tegengestelden, namelijk geloof en twijfel. De religie zal simpelweg zeggen dat geloof 'goed' is en twijfel 'fout'. Intellectueel ingestelde mensen zullen even simpelweg zeggen dat geloof `fout' is en twijfel `goed'. Die twee partijen twisten om hun gelijk. Zij geloven allebei de waarheid in pacht te hebben. Maar zowel het gelijk als het ongelijk ligt aan beide kanten. In werkelijkheid zijn geloof en twijfel geen tegengestelden die elkaar uitsluiten. Zij vullen elkaar aan. Reële twijfel selecteert, weegt af, maakt onderscheid, probeert de waarheid te vinden en schuwt geen denkwerk om met de werkelijkheid om te gaan. Dit leidt tot verschillende stappen in geloof. Bij elk van deze stappen is de juiste soort twijfel noodzakelijk. Wanneer je bijvoorbeeld aarzelt een sprong in het onbekende te maken, moet je je angst en je veronderstelling dat die angst de uiteindelijke werkelijkheid is, in twijfel trekken. Wanneer je tot het luie soort geloof neigt, dan moet twijfel je tot nadenken zetten Wanneer je de neiging hebt op een destructieve manier te twijfelen, moet geloof je er voor hoeden, dat je er totaal in opgaat en zo de momenten van waarheid uitvlakt die je al ervaren hebt.
Er bestaat een sleutel tot het altijd vinden van eenheid, het juiste geloof en de juiste twijfel, zodat je uit je misplaatste geloof en misplaatste twijfel kunt komen. Die sleutel heb ik jullie gegeven: het is je toewijding aan waarheid en liefde. Zelfs lang voordat je een goddelijke geest ervaart (en er dus in gelooft) die alles bestiert en in alles leeft, kun je de waarheid en liefde 'veilig' als je wegwijzer gebruiken, als maatstaf voor je leven. Geef je eraan over en laat iets onwaarachtigs en liefdeloos varen voor iets waarachtigs en liefdevols. En als je waarheid en liefde tot het centrum maakt van alles wat je doet, ervaar je de levende God in je. Dan ervaar je de kracht en de gezondheid en de kennis om al je problemen op te lossen en uit de negativiteit te komen waarin je vast lijkt te zitten en die je niet op kunt geven. Dat is de beweging. Dat avontuur in geloof is de beweging die geloof en twijfel verenigt tot één aanvullend geheel in dienst van waarheid en liefde.
Nu verlaat ik jullie met de zegeningen van de goddelijke geest die in ieder van jullie woont. Geloof in deze geest, heb vertrouwen in zijn bestaan dan zal hij zich aan jou bekend maken. Want het is de grootste werkelijkheid die er bestaat. Niets is echter, niets is directer. Jullie zijn allemaal gezegend."
Deze lezing werd gegeven via Eva Pierrakos in 1974
Oorspronkelijk uitgegeven door Center for the Living Force Phoenicia (N.Y.) onder de titel: 'Faith and Doubt in Truth and in Distortion'.'
Laatste herziening van de Nederlandse vertaling in 1999.
© Stichting Padwerk Nederland, uitgave 2015.
